Heeft u uw
financiële zaken
op orde?

Lees de checklist

Intermedis A & A

Hoe werkt de desinvesteringsbijtelling?

Geplaatst op: 30-08-2023, 13:44:38

Met de investeringsregelingen van de fiscus kan uw onderneming groot financieel voordeel behalen. Maar stel dat u een bedrijfsmiddel relatief snel moet verkopen omdat het niet voldoet. Als u bij de aankoop investeringsaftrek had geclaimd, leidt deze vroegtijdige verkoop tot een desinvesteringsbijtelling. U moet dan een deel van de aftrek terugbetalen aan de Belastingdienst.

Bedrijfsmiddelen waarvoor u investeringsaftrek heeft genoten, worden vijf jaar lang door de Belastingdienst gevolgd. Dit brengt met zich mee dat u bij vervreemding van het bedrijfsmiddel een deel van de geclaimde investeringsaftrek moet terugbetalen: de desinvesteringsbijtelling.

Vervreemden binnen vijf jaar

De desinvesteringsbijtelling houdt in dat u een bedrag moet optellen bij het fiscale resultaat, waardoor de belastingdruk toeneemt. U moet de desinvesteringsbijtelling toepassen als u een bedrijfsmiddel vervreemdt binnen vijf jaar na het begin van het jaar waarin de investeringsaftrek is genoten. Als u de desinvesteringsbijtelling toepast, moet u dat vermelden op uw aangifte IB of op de aangifte VPB van uw bv. U moet dan ook specificeren om welke bedrijfsmiddelen het gaat.

De bijtelling kan niet hoger zijn dan de aftrek

Percentage genoten aftrek

De hoogte van de bijtelling is afhankelijk van het percentage/bedrag dat destijds aan investeringsaftrek is genoten. Dit percentage moet worden toegepast op de verkoopwaarde/overdrachtsprijs. Per saldo geniet u dus investeringsaftrek over het verschil tussen de aanschafwaarde en de verkoopwaarde.

U krijgt pas te maken met de desinvesteringsbijtelling als u in een (boek)jaar voor meer dan € 2.600 aan bedrijfsmiddelen vervreemdt. De desinvesteringsbijtelling hoeft per investering niet meer te bedragen dan het bedrag dat u destijds als aftrek heeft genoten. Met andere woorden: de bijtelling kan niet hoger zijn dan de aftrek.

Voorbeeld voortijdige verkoop bedrijfsmiddel

Stukadoos bv heeft in 2021 een elektrische vorkheftruck gekocht voor € 10.000. De bv had destijds recht op een kleinschaligheidsinvesteringsaftrek van 28%, oftewel € 2.800. Omdat het bedrijfsmiddel door een andere wijze van opslag nauwelijks wordt gebruikt, verkoopt Stukadoos bv de vorkheftruck in 2023 voor € 8.000. Als gevolg hiervan moet de bv een desinvesteringsbijtelling toepassen van € 2.240 (28% van € 8.000. Stukadoos bv moet dit bedrag optellen bij de winst van 2023.

Situaties voor desinvesteringsbijtelling

De desinvesteringsbijtelling is uitsluitend van toepassing als uw onderneming een bedrijfsmiddel vervreemdt. Van vervreemding is uiteraard sprake bij verkoop van het bedrijfsmiddel, maar ook bij ruil, schenking en inbreng in een bv (met uitzondering van de geruisloze inbreng).

Let op: ook de annulering van een bestelling is een vervreemding. Dit lijkt misschien wat merkwaardig, maar investeringsaftrek wordt al genoten op het moment waarop uw onderneming de investeringsverplichting aangaat. Het bedrijfsmiddel hoeft dan nog niet te zijn afgeleverd. Als u aftrek claimt en een bestelling vervolgens annuleert, is sprake van een desinvestering en moet u – ook als u een aanbetaling heeft gedaan – de desinvesteringsbijtelling toepassen.

Geen desinvesteringsbijtelling van toepassing

Bij onteigening of diefstal (dus bij onttrekking aan het ondernemingsvermogen) tegen uw wil als ondernemer in, is geen desinvesteringsbijtelling aan de orde. Ook is onder voorwaarden geen desinvesteringsbijtelling aan de orde in de volgende gevallen:

  • de geruisloze inbreng van de onderneming in een bv;
  • het overlijden van de ondernemer (fictieve staking);
  • een staking van de onderneming in het zicht van overlijden;
  • het verlenen van een koopoptie;
  • een via de Wet inkomstenbelasting gefacilieerde geruisloze doorschuiving van de onderneming aan een bedrijfsopvolger.

Terbeschikkingstelling aan derden

Er is ook sprake van een vervreemding als er minder wordt geïnvesteerd dan aanvankelijk de bedoeling was. Hiervan spreken we ook als u het bedrijfsmiddel binnen de termijn van vijf jaar alsnog ter beschikking stelt aan derden (denk bijvoorbeeld aan verhuur). Zou u het bedrijfsmiddel vanaf het begin hebben verhuurd, dan had u de investeringsaftrek immers ook niet kunnen claimen. Daarom leidt zo’n terbeschikkingstelling (zoals verhuur) tot een desinvesteringsbijtelling.

Dit geldt alleen bij de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek, niet bij de energie- en de milieu-investeringsaftrek. Ook bij het overbrengen van de bedrijfsmiddelen naar uw privévermogen is sprake van een vervreemding.

Voorbeeld: verhuur als vervreemding

Aannemingsbedrijf Bergman bv heeft begin 2020 flink geïnvesteerd in modulaire bedrijfshuisvesting. Het gaat om zeven nieuwe bouwketen. Ondanks de coronacrisis beschikte de onderneming nog over een goedgevulde orderportefeuille. In 2022 is het aanbod van werk echter danig geslonken. Bergman bv besluit daarom om een deel van de modules (vier keten) permanent te gaan verhuren aan andere bedrijven. De Belastingdienst beschouwt deze verhuur (het ter beschikking stellen aan derden) als een vervreemding en dus is de desinvesteringsbijtelling van toepassing op de vier verhuurde keten. De grondslag voor de bijtelling is de waarde van de keten in het economisch verkeer in 2022.

Binnen drie jaar gebruiken

Bedrijfsmiddelen waarvoor u investeringsaftrek heeft genoten, maar die niet in gebruik zijn genomen binnen drie jaar na de aanvang van het kalenderjaar waarin de investering heeft plaatsgevonden, vallen ook onder de desinvesteringsbijtelling. Ditzelfde geldt voor bedrijfsmiddelen waarvoor niet binnen 12 maanden na het aangaan van de investeringsverplichting minimaal 25% van het investeringsbedrag is aanbetaald.

Dit laatste geldt echter niet als het bedrijfsmiddel na de genoemde termijn van 12 maanden al in gebruik is genomen. In dat geval is namelijk niet meer van belang of minimaal 25% van het investeringsbedrag is betaald, maar prevaleert de ingebruikname. Ook bij staking van uw onderneming kan sprake zijn van een desinvestering.

Als u een bedrijfsmiddel verkoopt waarvoor destijds investeringsaftrek is geclaimd én de verkoop plaatsvindt binnen vijf jaar na het begin van het jaar waarin de investering is gedaan, moet u het genoten aftrekpercentage als desinvesteringsbijtelling in aanmerking nemen. U verhoogt de stakingswinst met de desinvesteringsbijtelling.

De desinvesteringstermijn van vijf jaar start bij het begin van het boekjaar waarin u de investeringsverplichting aangaat. Bij een latere desinvestering kan het dus lucratief zijn om deze over het jaareinde heen te tillen, om zo een desinvesteringsbijtelling te voorkomen.

Een goede planning van investeringen én desinvesteringen kan u veel geld opleveren. Ga dus bij elke geplande vervreemding na of deze wel of niet tot een desinvesteringsbijtelling kan leiden. Zo ja, is het dan mogelijk om de desinvestering van het bedrijfsmiddel uit te stellen?

Bron: verdiepingsartikel van 10 augustus 2023 op www.rendement.nl

Ga terug naar de vorige pagina